De Wet toekomst pensioenen moet gaan zorgen voor een duurzaam en houdbaar pensioenstelsel met behoud van het goede van het oude stelsel (solidariteit en het met elkaar delen van risico’s).
Het pensioenakkoord op hoofdlijnen:
- AOW leeftijd stijgt minder snel
- Op pensioendatum kunnen gepensioneerden straks maximaal 10% van het door hun opgebouwde pensioen opnemen
- De pensioenregeling wordt een premieregeling met een fiscaal gemaximeerde pensioenpremie. Dat is een regeling waarbij er geen afspraken worden gemaakt over de uitkering tijdens het pensioen, maar over het geld dat werkgevers en evt. werknemers betalen en daarmee inleggen voor het pensioen.
- Pensioen gaat meebewegen met de economie. Hierdoor kan het verwachte pensioen ieder jaar omhoog of omlaag gaan. De pensioenuitkering van gepensioneerden gaat zo min mogelijk schommelen.
Lees hier meer over belangrijke veranderingen
De AOW-leeftijd stijgt minder snel
Onderdeel van dit pensioenakkoord is dat de AOW-leeftijd minder snel zal stijgen. De AOW-leeftijd stijgt mee met de gemiddelde levensverwachting. Maar niet even snel.
Onderstaande tabel geeft de nieuwe AOW leeftijden aan:
Jaar |
AOW leeftijd akkoord |
2019 |
66 jaar en 4 maanden |
2020 |
66 jaar en 4 maanden |
2021 |
66 jaar en 4 maanden |
2022 |
66 jaar en 7 maanden |
2023 |
66 jaar en 10 maanden |
2024 |
67 jaar |
2025 |
67 jaar |
Vanaf 2025 stijgt de AOW-leeftijd niet met 1 jaar, per jaar dat we langer leven, maar met 8 maanden. Ben je benieuwd wanneer je AOW ontvangt? Kijk dan op de website van de Sociale Verzekeringsbank: SVB.nl.
De pensioenplanner is aangepast aan deze nieuwe AOW leeftijden.
Iedereen krijgt een 'premieregeling'
In de huidige middelloonregeling is de hoogte van de pensioenuitkering het uitgangspunt. In het nieuwe pensioenstelsel komen er 2 mogelijke nieuwe pensioenregelingen. In beide regelingen is de ingelegde premie het uitgangspunt in plaats van de hoogte van de pensioenuitkering. Je bouwt een persoonlijk pensioenkapitaal op. Zo wordt duidelijker wat je aan premie inlegt en wat je daarmee aan kapitaal opbouwt.
De solidaire premieregeling: voorheen bekend als ‘het nieuwe pensioencontract’
De deelnemer bouwt een persoonlijk pensioenkapitaal op met de voor hem betaalde premies en de beleggingsresultaten. De premie wordt namelijk samen met de pensioenpremie van de andere deelnemers belegd. Er is sprake van één beleggingsbeleid voor zowel actieve deelnemers, gewezen deelnemers als pensioengerechtigden. De deelnemer kan in deze regeling géén risicoprofiel kiezen en er zal een risicoprofiel bepaald worden voor alle deelnemers samen.
Met de nieuwe pensioenregeling maakt ook de solidariteitsreserve zijn entree. Deze reserve is verplicht bij deze regeling en is een collectief spaarpotje voor slechtere tijden en dekt risico’s af. Bijvoorbeeld het langleven risico wordt met elkaar gedeeld. De reserve kan ook een daling van het pensioenvermogen (gedeeltelijk) opvangen. Het pensioenfonds bepaalt vooraf de verdeelsleutels. Daarnaast kunnen de beleggingsrisico’s over de tijd gespreid worden.
Op de pensioendatum wordt er in deze regeling een variabele pensioenuitkering aangekocht bij dezelfde pensioenuitvoerder. Na de pensioendatum krijgt de deelnemer een levenslange uitkering door periodiek een gedeelte uit het voor hem gereserveerde vermogen te onttrekken. Hierdoor wordt het eigen pensioenvermogen bij iedere onttrekking iets lager. Ook na pensioneren beweegt de pensioenuitkering mee met de beleggingsresultaten. De uitkering kan dan hoger of lager worden. Dit is afhankelijk van de beleggingsresultaten en de rente.
De flexibele premieregeling: voorheen bekend als ‘de verbeterde premieregeling’
Ook in deze regeling bouwt de deelnemer met de premies en de beleggingsresultaten een persoonlijk pensioenkapitaal op. Het kapitaal wordt samen met het kapitaal van de andere deelnemers belegd. In deze regeling is er voor de actieve deelnemers en gewezen deelnemers een ander beleggingsbeleid dan voor pensioengerechtigden.
De deelnemer kan in deze regeling zelf bepalen welke risico’s hij of zij kan en wil lopen met de beleggingen. Dit kan door het kiezen van een risicoprofiel, bijvoorbeeld neutraal, defensief of offensief. De deelnemer is niet verplicht een keuze te maken als hij dat niet wil. In dat geval zal er een goed standaardrisicoprofiel geregeld worden.
Ook bij deze regeling kan een reserve worden opgebouwd om risico’s zoals het langlevenrisico met elkaar te delen, de zgn. risicodelingsreserve. Maar dat is bij de flexibele premieregeling niet verplicht. Het pensioenfonds bepaalt vooraf de verdeelsleutels. Daarnaast kunnen de beleggingsrisico’s ook in deze regeling over de tijd gespreid worden.
Op de pensioendatum koopt de deelnemer van het opgebouwde vermogen een pensioenuitkering aan. Dat kan een vaste pensioenuitkering zijn, maar het is ook mogelijk om na pensioneren te blijven doorbeleggen, de uitkering is in dit geval variabel. Als de beleggingsresultaten goed zijn, kan het pensioen dan hoger worden, zijn de resultaten minder goed dan kan het pensioen ook lager uitvallen.
In de flexibele premieregeling is er sprake van een beperkt 'shop-recht’. Dit betekent dat als het pensioenfonds de gewenste uitkeringsvorm niet aanbiedt, een deelnemer naar een andere uitvoerder mag overstappen die dat wel doet.
Met de werkgroep zullen we verder onderzoeken welke premieregeling we denken dat het best bij het ExxonMobil OFP past.
Naar verwachting vanaf 1 januari 2025: mogelijkheid voor éénmalige uitkering bij pensioneren
Als je met pensioen gaat, is het naar verwachting vanaf 1 januari 2025 mogelijk om, onder bepaalde voorwaarden, maximaal 10% van jouw pensioenpot ineens op te nemen. De voorwaarden die hierbij gelden, zijn:
- Het bedrag ineens kan alleen worden opgenomen op de pensioeningangsdatum.
- Er mag maximaal 10% van de waarde van het ouderdomspensioen als bedrag ineens worden opgenomen.
- De keuze voor een bedrag ineens gaat niet samen met de keuze voor een hoog/laag uitbetaling.
- De keuze voor een bedrag ineens gaat niet samen met de keuze voor een AOW-overbrugging.
- De partner moet instemmen als de keuze voor het bedrag ineens leidt tot een lager partnerpensioen.
- Het resterende bedrag aan levenslange uitkering van ouderdomspensioen na opname van een bedrag ineens moet hoger zijn dan de wettelijke afkoopgrens (€ 594,89 per jaar in 2023) voor kleine pensioenen.
Waar heeft het opnemen van een Bedrag ineens invloed op?
Het opnemen van een bedrag ineens zorgt ervoor dat jouw inkomen eerst eenmalig hoger is en de pensioenuitkering daarna lager. Je hebt dan immers al een bedrag uit jouw pensioenpot gehaald. Het heeft ook gevolgen voor je belastingaangifte en eventuele toeslagen die je ontvangt omdat je belastbaar jaarinkomen éénmalig hoger wordt.